De Onpersoonlijke en de persoonlijke God

Veel zoekers zitten met de vraag of hun aandacht gericht zou dienen te zijn op een persoonlijke of een onpersoonlijke God. Sommigen van hen denken hun emoties onmogelijk te kunnen opwekken voor een Werkelijkheid die geen vorm en geen eigenschappen heeft, en daardoor niet in staat lijkt hun liefde te beantwoorden. Anderen vinden het ongepast om datgene wat in zijn diepste wezen een alomtegenwoordig, alles overstijgend Beginsel is, door middel van een concrete vorm af te beelden en te aanbidden.

Deze moeilijkheid is gebaseerd op een misvatting of verward idee omtrent de aard van de Werkelijkheid die we God noemen. Er is slechts één Werkelijkheid die twee aspecten heeft – een alles overstijgende en een gemanifesteerde.

In zijn alles overstijgende aspect is het een Beginsel zonder enige vorm of eigenschappen. In zijn gemanifesteerde aspect ligt het ten grondslag aan het gemanifesteerde universum, dat een mentale creatie is van het goddelijk Denkvermogen.

Of we nu onze aandacht richten op een persoonlijke God, in de vorm van een symbolische weergave van enkele van zijn eigenschappen of van een incarnatie in menselijke gedaante, of dat we Hem proberen te benaderen in zijn onpersoonlijke aspect, maakt niet uit.
Onze aandacht bereikt de ene Werkelijkheid en het antwoord komt van diezelfde Werkelijkheid. Iedere intelligente toegewijde beseft bewust of onbewust, zelfs als hij God in een concrete vorm aanbidt, dat zijn devotionele focus is gericht op de Werkelijkheid die het gehele universum doordringt en omvat, en daardoor ook met al haar aspecten aanwezig is in de concrete vorm die als het symbool ervan dient.

Hoewel een concrete vorm die een symbolische weergave is, of een persoon in de vorm van een avatar, sommige mensen helpt, doordat hun denkvermogen iets tastbaars wordt geboden om zich een beeld te kunnen vormen, is deze werkwijze niet voor iedere student noodzakelijk.
Het is mogelijk om onze aandacht te richten en haar in de hoogste mate te ontwikkelen in de richting van die onpersoonlijke Werkelijkheid die in ons eigen hart verborgen ligt.

Deze Werkelijkheid is ongetwijfeld vormloos, ondeelbaar en onhoorbaar. En toch is het mogelijk dat die aandacht niet alleen op haar wordt gericht, maar ook op de hoogste intensiteit en kan zelfs extase worden ontwikkeld, omdat zij in al haar volheid in ons eigen hart bestaat, en de bron is van alle kennis, kracht en gelukzaligheid en alles wat verband houdt met het spirituele leven.

 

Het lijkt misschien ongelofelijk dat je met de grootste intensiteit iets kunt liefhebben dat geen vorm, substantie of geluid heeft, maar het is de waarheid en de meest levendige en sublieme ervaring van de ware toegewijde op wie de goddelijke genade overvloedig neerdaalt en die het bewustzijn tot extatische hoogten opvoert. Je hoeft dus niet ontmoedigd te raken als je je niet aangetrokken voelt tot een bepaalde vorm. Zelfs God in zijn onpersoonlijke aspect kan het voorwerp zijn van de hoogste vorm van aandacht.

Aandacht naar een persoonlijke God heeft, als zij authentiek en intens is, werkelijk de neiging steeds onpersoonlijker te worden naarmate zij de beperkingen van vorm, tijd en ruimte ontgroeit en het bewustzijn van de toegewijde in aanraking brengt met die ene Werkelijkheid die boven tijd en ruimte staat. Wanneer dit gebeurt, welt liefde in haar meest sublieme vorm voortdurend van binnenuit op, als uit het niets .

En zelfs als de toegewijde bezig is met lichamelijke of mentale activiteiten, blijft zijn bewustzijn ondergedompeld in de oceaan van goddelijke Liefde, waarbij er nauwelijks meer een gevoel van afscheiding bestaat tussen degene die liefheeft en de geliefde.



Vrij naar K.I. Taimni – Zelfrealisatie door Liefde