Wat is occultisme?

[De volgende aforismen werden respectievelijk aan W.Q.Judge en Robert Crosbie toegeschreven. Ze werden eerder geplaatst in ons tijdschrift THEOSOFIE, jaargang 1-nr.2]

Occultisme is niet alles vertellen wat men weet, maar terughoudendheid.

Occultisme is niet alles zeggen wat men vermoedt, maar zwijgzaamheid.

Occultisme is niet praten over alles wat men ‘ziet’, maar zich naar binnen keren, naar de bron van het zien.

Occultisme is niet het herhalen van alles wat men ‘hoort’, maar een gesloten mond, opdat het gehoorde daaruit niet ontsnapt.

Occultisme is niet het praten over de fouten van anderen, maar vriendelijkheid.

Occultisme is niet krampachtig vasthouden aan gemaakte plannen, maar een aanpassingsvermogen dat zijn evenwicht vindt in de goede wet.

Occultisme is niet het bepalen van de plicht van een ander, maar waakzaamheid in het nakomen van onze eigen plicht.

Occultisme is niet doen wat men wenst of wanneer men het wenst, maar zelfdiscipline.

Occultisme is niet het luisteren naar roddels of laster, maar welwillendheid ten opzichte van allen, zodat roddels en laster niet kunnen worden gevoed.

Occultisme is niet het toegeven aan boosheid of ongeduld, maar kalmte.

Occultisme is niet ijdel of trots zijn op onze kennis, maar bescheidenheid.

Occultisme is niet het haastig afdoen van de dagelijkse bezigheden noch het forceren van vooruitgang, maar het kennen van de reikwijdte van de tijd bij alle dingen.

Occultisme is niet het doen van al het grote werk dat er te doen is, maar de wil om te werken, de bereidheid om hulp te aanvaarden of een helper te zijn; de vreugde dat een ander een taak het beste vervult.

Occultisme is niet het streven om een leider van mensen te zijn, maar het volgen van een gedragslijn.