Onpersoonlijkheid
Onpersoonlijkheid; Praktische wenken van Robert Crosbie.
De goede oplossing van de kwestie van de persoonlijkheid lijkt op het uitwerken van een ingewikkeld wiskundig vraagstuk. Maar de grootste waarheden zijn de eenvoudigste. En als wij een ogenblik nadenken over wat onpersoonlijkheid niet is, zal ons dat misschien helpen om te zien, wat het wél is.
Sommigen oreren nadrukkelijk tegen persoonlijkheid. Dit bewijst niet, dat ze er vrij van zijn. Sommigen zeggen weinig, maar het gevolg van wat ze zeggen impliceert, dat zij onpersoonlijk zijn. Hun bescheidenheid is alleen uiterlijk. Sommigen zijn bang over persoonlijkheid te spreken en vermijden het tot iedere prijs. Weer anderen preken een leer van onpersoonlijkheid, die al het menselijke aan het leven ontneemt en er iets negatiefs van maakt. Deze leer houdt geen rekening met het begrip evolutie- alle gebreken moeten op slag verdwijnen.
Onpersoonlijkheid bestaat niet uit praten, niet uit stilzwijgen; het is geen insinuatie, geen afkeer, geen ontkenning. Maar bovenal is het geen diplomatie, die eerzucht verbergt. Onpersoonlijkheid betekent vrij te zijn van persoonlijkheid, maar niemand van ons kan dit ineens bereiken; wij mogen tevreden zijn dit volhardend en geleidelijk te doen.
Praktische raad: Wij bewandelen het pad naar onpersoonlijkheid, als wij eerlijker en eenvoudiger worden; als wij een diepere genegenheid voor onze vrienden gaan opvatten en de vriendenkring uitbreiden; als wij voelen, dat wij ons ontplooien door meer sympathie te geven; als wij graag werken voor Theosofie en niet streven naar aanzien of erkenning, en vooral als wij ons niet te druk maken over de vraag of wij persoonlijk of onpersoonlijk zijn.
Na een uitbarsting van onpersoonlijkheid en de daaropvolgende reactie besluit een leerling soms, dat hij in de toekomst niet meer zo onbeheerst zal zijn. Dit is niet de juiste houding. Het bewijst, dat hij verwacht toch enigszins onbeheerst te zijn. Natuurlijk, als hij dit verwacht, zal het ook gebeuren. Het zou beter zijn, als hij verwachtte het doelwit te treffen in plaats van te verwachten, dat hij het zou missen. Er ligt een groot verschil in de psychologisch houding evenals in de aard van de opgewekte energie.
Wij zouden moeten ophouden te twijfelen aan ons vermogen om te slagen. Als wij twijfelen is het of wij proberen een pijl af te schieten met een losse boogpees; er is dan geen kracht en geen zekerheid bij het richten. Wanneer de boogpees strak wordt gespannen en losgelaten, gaat de pijl zonder aarzeling met de kracht van de spanning recht naar het doel.
Persoonlijkheid en onpersoonlijkheid
De kwestie van de persoonlijkheid is zo uitgebreid dat het zou kunnen schijnen alsof de succesvolle oplossing ervan lijkt op de uitwerking van een ingewikkeld wiskundig probleem.
Maar de grootste waarheden zijn de eenvoudigste. En als we even nadenken over wat onpersoonlijkheid niet is, zal dat ons misschien helpen om te zien wat het wel is. Sommigen spreken zich krachtig uit tegen de persoonlijkheid. Dat bewijst niet dat ze er vrij van zijn. Sommigen zeggen weinig, maar het effect van wat er wordt gezegd is dat ze impliceren dat ze onpersoonlijk zijn. Zij lijken zo bescheiden, maar zijn alleen maar ‘politiek correct’. Sommigen zijn bang om over persoonlijkheid te spreken, omdat zij menen dat deze als een boeman moet worden gemeden.
Weer anderen prediken een leer van onpersoonlijkheid die alles wat menselijk is uit het leven haalt en er een kille negatie van maakt. Deze doctrine heeft geen geduld met evolutie - alle fouten moeten in één klap verdwijnen.
Onpersoonlijkheid is niet praten; het is niet zwijgen; het is geen insinuatie; het is geen afstoting; het is geen ontkenning. Het is vooral geen diplomatie die ambitie verhult.
Onpersoonlijkheid betekent vrij zijn van persoonlijkheid, maar niemand van ons zal dat meteen bereiken; we doen het goed genoeg als we volhardend, zij het langzaam, overwinnen.
Voor praktische doeleinden: als we het kinderhart ontwikkelen; als we leren van mooie dingen te houden; als we eerlijker en eenvoudiger worden; als we de zoete kant van het leven beginnen te voelen; als we onze vrienden aardiger gaan vinden en de kring uitbreiden; als we voelen dat onze sympathie zich uitbreidt; als we graag voor de Theosofie werken en geen positie vragen als beloning; als we ons er niet te veel van aantrekken of we persoonlijk of onpersoonlijk zijn - dat is reizen op het pad van onpersoonlijkheid. Tot zover het individu.
Voor de G.L.T. betekent onpersoonlijkheid dat zij zichzelf niet aanbidt als een organisatie; dat zij ernaar streeft breder en vrijer te worden; dat zij meer en meer opgaat in de levende geest van de beweging - haar hogere zelf; dat zij zichzelf niet veracht omdat zij een vorm is en zichzelf niet verheft omdat zij een ziel heeft; dat zij minder leerstelling wordt en meer menselijk.
Uit Friendly Philosopher – Robert Crosbie.
Deel II – Homely Hints, pag. 127/128