OVer anonimiteit en onpersoonlijkheid

Een ongebruikelijke maar effectieve aanpak van de Geünieerde Loge van Theosofen

 

Er is één ding dat sommige mensen enigszins eigenaardig vinden aan de methoden en aanpak van de Geünieerde Loge van Theosofen (G.L.T.). Dat is het feit dat de overgrote meerderheid van de artikelen, tijdschriften, boeken en andere inspanningen voor de verspreiding van Theosofie, ongetekend en anoniem zijn.

Deze ‘eigenaardige’ karaktertrek strekt zich ook uit tot de eigenlijke Logegroepen en bijeenkomsten van de G.L.T. over de hele wereld, waar programma's of advertenties niet vermelden wie op welke bijeenkomst zal spreken en de deelnemers maken er vaak een punt van om alle verwijzingen naar zichzelf te vermijden.
Wanneer zij hun medestudenten en bezoekers toespreken, verwijzen ze tijdens lezingen en studiegroepen zelfs opzettelijk naar zichzelf als ‘deze student’ in plaats van ‘ik, of mezelf ’ of gebruiken ze het meer onpersoonlijke ‘wij’ in plaats van het persoonlijke ‘ik’ - en spannen ze zich in om hun persoonlijkheid op de achtergrond te houden.

G.L.T.-medewerkers en -collega's spreken elkaar natuurlijk vriendelijk aan en zijn vaak goede bekenden van elkaar, maar wanneer het aankomt op feitelijk theosofisch werk en publieke inspanningen, kiezen ze er bewust voor om zichzelf op de achtergrond te houden

Ze proberen om zo beter de aandacht te kunnen vestigen op de Theosofie in plaats van op zichzelf als de onvolmaakte individuen, die we ongetwijfeld allemaal zijn.

In de loop van de 113 jaar sinds de oprichting van de Geünieerde Loge van Theosofen heeft deze opzettelijk onpersoonlijke en anonieme benadering af en toe tot misverstanden en vragen geleid en zelfs tot beschuldigingen dat de mensen van de G.L.T. anoniem bleven omdat zij ‘iets te verbergen’ hadden of ‘geheimzinnig’ of ‘verdachte figuren’ waren. Niets van dit alles is waar. Op sommige websites van theosofische forums zijn opmerkingen van andere theosofen te vinden in de trant van: "Deze mensen zijn zulke echt goede en oprechte mensen, maar ik snap gewoon niet waarom ze hun artikelen nooit ondertekenen en waarom er in hun tijdschriften en websites en programma's enz. geen namen staan van sprekers of leiders."

Als we verwijzen naar de woorden van Robert Crosbie (de oprichter van de G.L.T.) in het boek The Friendly Philosopher - Letters and Talks on Theosophy and the Theosophical Life, vinden we een verklaring voor dit alles:

Ons doel is om de aandacht te vestigen op de Leraren en het onderricht, niet op anderen;  vandaar is er het behoud om de onpersoonlijkheid te handhaven. (p. 368)
[Opmerking: ‘De Leraren en het onderricht’ verwijzen naar H.P. Blavatsky en William Quan Judge en hun onderricht van Theosofie].
Als de aandacht wordt getrokken naar  personen wordt men daardoor afgeleid van de werkelijke kwestie. (p. 373)

Er wordt hier geen ruimte gevonden voor leider of autoriteit, voor dogma of bijgeloof. (p. 411)

Persoonlijkheden zullen, als ze bekend worden gemaakt, afbreuk doen aan die poging, zullen worden aangevallen, tot schade van de Beweging. Dus laten we hun namen buiten beschouwing. Laat de nieuwsgierigen en de tegenstanders maar veronderstellen wat ze willen - de echt serieuze mensen zullen oordelen naar de vruchten, niet naar personen. Theosofie komt niet voort uit een genootschap, noch uit levende personen. (p. 368-369)

Nu kan mogelijk worden gezien waar onze loge voor staat: de drie doelstellingen zoals beschreven door H.P.B. en Meesters, en langs de lijnen die door hen zijn uitgezet; geen dogmatisme, geen persoonlijke volgelingen, geen ‘spirituele autoriteit’. . . . Op deze manier wordt waar onderscheid verkregen en de vloek van alle spirituele bewegingen, autoriteit, dogmatisme en hun uitvloeisel - persoonlijke volgelingen - vermeden. (p. 29)

Het beleid en de methoden van de G.L.T. zijn ingesteld om persoonlijkheden volledig te vermijden en de inspanning afhankelijk te maken van een groep studenten die geen erkenning voor of van zichzelf verlangt, waardoor het onderricht direct in handen komt van degenen die het willen weten, om het te bestuderen en toe te passen; vandaar de 'anonimiteit' (p. 190).

Een onpersoonlijke presentatie van Theosofie zonder personen in de schijnwerpers te zetten - dit alles voor het onvervalste voordeel van hen die Theosofie willen leren kennen. (p. 191)

Wat ligt ten grondslag aan de scheuringen die de Theosophical Society, die H.P.B. achterliet, hebben ontwricht? Persoonlijkheden elke keer. Wat is het tegenovergestelde en corrigerende van Persoonlijkheid? Niets minder dan Onpersoonlijkheid die niets voor zichzelf zoekt en alles voor de Zaak van de Theosofie, puur en simpel. Er ligt geen wereldse roem, glorie of winst in een dergelijke koers maar toch, en alleen daardoor, wordt elk obstakel uit de weg geruimd dat tussen de Boodschap van de Theosofie en degenen die haar willen bestuderen en toepassen, zou kunnen komen te staan. Daarom, en alleen daarom, wordt de ‘Geünieerde Loge van Theosofen’  anoniem geleid. Wij zijn soms geobsedeerd door het idee dat het belangrijk en essentieel is om te weten wie de actieve werkers zijn, terwijl het belangrijkste de verdienste is van wat er wordt gedaan. (p. 407-408)


Persoonlijkheid en onpersoonlijkheid

De kwestie van de persoonlijkheid is zo uitgebreid dat het zou kunnen schijnen alsof  de succesvolle oplossing ervan lijkt op de uitwerking van een ingewikkeld wiskundig probleem.

Maar de grootste waarheden zijn de eenvoudigste. En als we even nadenken over wat onpersoonlijkheid niet is, zal dat ons misschien helpen om te zien wat het wel is. Sommigen spreken zich krachtig uit tegen de persoonlijkheid. Dat bewijst niet dat ze er vrij van zijn. Sommigen zeggen weinig, maar het effect van wat er wordt gezegd is dat ze impliceren dat ze onpersoonlijk zijn. Zij lijken zo bescheiden, maar zijn alleen maar ‘politiek correct’. Sommigen zijn bang om over persoonlijkheid te spreken, omdat zij menen dat deze als een boeman moet worden gemeden.

Weer anderen prediken een leer van onpersoonlijkheid die alles wat menselijk is uit het leven haalt en er een kille negatie van maakt. Deze doctrine heeft geen geduld met  evolutie - alle fouten moeten in één klap verdwijnen.

Onpersoonlijkheid is niet praten; het is niet zwijgen; het is geen insinuatie; het is geen afstoting; het is geen ontkenning. Het is vooral geen diplomatie die ambitie verhult.

Onpersoonlijkheid betekent vrij zijn van persoonlijkheid, maar niemand van ons zal dat meteen bereiken; we doen het goed genoeg als we volhardend, zij het langzaam, overwinnen.

Voor praktische doeleinden: als we het kinderhart ontwikkelen; als we leren van mooie dingen te houden; als we eerlijker en eenvoudiger worden; als we de zoete kant van het leven beginnen te voelen; als we onze vrienden aardiger gaan vinden en de kring uitbreiden; als we voelen dat onze sympathie zich uitbreidt; als we graag voor de Theosofie werken en geen positie vragen als beloning; als we ons er niet te veel van aantrekken of we persoonlijk of onpersoonlijk zijn - dat is reizen op het pad van onpersoonlijkheid. Tot zover het individu.

Voor de G.L.T. betekent onpersoonlijkheid dat zij zichzelf niet aanbidt als een organisatie; dat zij ernaar streeft breder en vrijer te worden; dat zij meer en meer opgaat in de levende geest van de beweging - haar hogere zelf; dat zij zichzelf niet veracht omdat zij een vorm is en zichzelf niet verheft omdat zij een ziel heeft; dat zij minder leerstelling wordt en meer menselijk.


Uit Friendly Philosopher – Robert Crosbie.
Deel II – Homely Hints, pag. 127/128

Onpersoonlijkheid

Onpersoonlijkheid; Praktische wenken van Robert Crosbie.

 

De goede oplossing van de kwestie van de persoonlijkheid lijkt op het uitwerken van een ingewikkeld wiskundig vraagstuk. Maar de grootste waarheden zijn de eenvoudigste. En als wij een ogenblik nadenken over wat onpersoonlijkheid niet is, zal ons dat misschien helpen om te zien, wat het wél is.

 

Sommigen oreren nadrukkelijk tegen persoonlijkheid. Dit bewijst niet, dat ze er vrij van zijn. Sommigen zeggen weinig, maar het gevolg van wat ze zeggen impliceert, dat zij onpersoonlijk zijn. Hun bescheidenheid is alleen uiterlijk. Sommigen zijn bang over persoonlijkheid te spreken en vermijden het tot iedere prijs. Weer anderen preken een leer van onpersoonlijkheid, die al het menselijke aan het leven ontneemt en er iets negatiefs van maakt. Deze leer houdt geen rekening met het begrip evolutie- alle gebreken moeten op slag verdwijnen.

 

Onpersoonlijkheid bestaat niet uit praten, niet uit stilzwijgen; het is geen insinuatie, geen afkeer, geen ontkenning. Maar bovenal is het geen diplomatie, die eerzucht verbergt. Onpersoonlijkheid betekent vrij te zijn van persoonlijkheid, maar niemand van ons kan dit ineens bereiken; wij mogen tevreden zijn dit volhardend en geleidelijk te doen.
Praktische raad: Wij bewandelen het pad naar onpersoonlijkheid, als wij eerlijker en eenvoudiger worden; als wij een diepere genegenheid voor onze vrienden gaan opvatten en de vriendenkring uitbreiden; als wij voelen, dat wij ons ontplooien door meer sympathie te geven; als wij graag werken voor Theosofie en niet streven naar aanzien of erkenning, en vooral als wij ons niet te druk maken over de vraag of wij persoonlijk of onpersoonlijk zijn.

 

Na een uitbarsting van onpersoonlijkheid en de daaropvolgende reactie besluit een leerling soms, dat hij in de toekomst niet meer zo onbeheerst zal zijn. Dit is niet de juiste houding. Het bewijst, dat hij verwacht toch enigszins onbeheerst te zijn. Natuurlijk, als hij dit verwacht, zal het ook gebeuren. Het zou beter zijn, als hij verwachtte het doelwit te treffen in plaats van te verwachten, dat hij het zou missen. Er ligt een groot verschil in de psychologisch houding evenals in de aard van de opgewekte energie.

 

Wij zouden moeten ophouden te twijfelen aan ons vermogen om te slagen. Als wij twijfelen is het of wij proberen een pijl af te schieten met een losse boogpees; er is dan geen kracht en geen zekerheid bij het richten. Wanneer de boogpees strak wordt gespannen en losgelaten, gaat de pijl zonder aarzeling met de kracht van de spanning recht naar het doel.